woensdag 14 december 2011

Toepassingskaart 5: De 1-Zorgroute Taal


 De 1-Zorgroute Taal

Groep 1 en 2 Ik en Ko

Algemene informatie:
Onderdelen woordenschat: 

Sterkte/zwakte analyse Ik en Ko:
Toetsen

Methodegebonden toetsen:
De methode Ik en Ko maakt geen gebruik van methodetoetsen maar van observaties. De methode bevat een observatielijst met de onderdelen begrijpend luisteren, institutionele interacties, informatie geven, gebruik van middelen, beginnende geletterdheid en taalbeschouwing. De methode raadt de leerkracht aan de kinderen drie keer per schooljaar te observeren. Het observeren gebeurd tijdens activiteiten in een kleine groep. Door deze observaties over te nemen op het registratieformulier is precies af te lezen welke vorderingen de kinderen hebben doorgemaakt.
                                                                                       
Landelijke toetsen:
CITO Taal voor Kleuters: In januari worden in groep 1 en in groep 2 de toets Taal voor Kleuters afgenomen. Er wordt in groep 1 getoetst op niveau M1 (midden groep 1) en in groep 2 op niveau M2 (midden groep 2). In juni wordt er weer getoetst. Dit maal worden de kinderen uit groep 1 getoetst op niveau E1 (eind groep 1) en groep 2 op niveau E2 (eind groep 2).
De toetsen Taal voor kleuters bestaat uit een toets voor groep 1 en een toets voor groep 2. In de toetsen zijn opdrachten opgenomen over passieve woordenschat en kritisch luisteren. De toets voor oudste kleuters bevat verder nog opdrachten over klank en rijm, eerste en laatste woord horen, schriftoriëntatie en auditieve synthese. De scores van alle kinderen worden tijdens hun gehele schoolcarrière vastgelegd in het digitale leerlingvolgsysteem. Dit leerlingvolgsysteem houdt precies bij hoe de kinderen alle toetsen gescoord hebben en hoe ze scoren ten opzichte van de vorige toetsen en andere leerlingen. Ook kan er in bijgehouden worden welke hulp een kind gehad heeft, welke gesprekken er hebben plaatsgevonden of wat voor bijzonderheden er meespelen.

Voorbeeld uit CITO toets Taal voor Kleuters – passieve woordenschat:

Groep 3 Veilig Leren Lezen – Woordenschat

Algemene informatie:




























Toetsen

Methodegebonden toetsen:
In de methode van Veilig Leren Lezen wordt er niet specifiek getoetst op de woordenschat. Tijdens het zelfstandig werken in de werkboekjes komen deze oefeningen natuurlijk wel naar voren en belangrijk is dat de leerkracht ook deze vaardigheid blijft oefenen en per kern de gegeven woorden aanbiedt. Tijdens het nakijken van het werk in de werkboekjes kan bijgehouden worden hoe de kinderen scoren bij woordenschatoefeningen. Verschillende leerkrachten die gebruik maken van Veilig Leren Lezen hebben zelf per kern toetsen en werkbladen ontwikkeld die de kinderen toetsen op hun woordenschat.

Landelijke toetsen:
CITO Woordenschat: In januari wordt er getoetst of de kinderen het woordenschatniveau van M3 (midden groep 3) behaald hebben. In juni wordt er nogmaals getoetst of kinderen het niveau van E3 (eind groep 3) behaald hebben. De scores van alle kinderen worden tijdens hun gehele schoolcarrière vastgelegd in het digitale leerlingvolgsysteem. Dit leerlingvolgsysteem houdt precies bij hoe de kinderen alle toetsen gescoord hebben en hoe ze scoren ten opzichte van de vorige toetsen en andere leerlingen. Ook kan er in bijgehouden worden welke hulp een kind gehad heeft, welke gesprekken er hebben plaatsgevonden of wat voor bijzonderheden er meespelen.

Toetsnormering CITO Woordenschat M3 2010 (50 opgaven):
Aantal goed
Niveau
Percentage ondergrens
50-47
A
94%
46-45
B
90%
44-42
C
84%
< 42
D en E


Toetsnormering CITO Woordenschat E3 2010 (50 opgaven):
Aantal goed
Niveau
Percentage ondergrens
50-46
A
92%
45-43
B
86%
42-40
C
80%
< 40
D en E




Taal in beeld – Woordenschat
Topprioriteit:
Prioriteit:
Heel belangrijk:
Belangrijk:
Relevante informatie:

Jaarplanning Taal in Beeld groep 4 deel A1 en A2:
In onderstaande jaarplanning is af te lezen dat er in blok 1 t/m 4 per blok acht taallessen gegeven worden waarvan twee woordenschatlessen per blok. In blok 5 t/m 8 zijn dat twaalf taallessen per blok waarvan drie woordenschatlessen. Na alle lessen uit een blok wordt er een toets gegeven over alle vaardigheden die horen bij woordenschat, spreken/luisteren, schrijven en taalbeschouwing, die in het afgelopen blok naar voren zijn gekomen.

Toetsen

Methodegebonden toetsen:
De methode Taal in Beeld toetst na ieder blok of de kinderen de geleerde vaardigheden op de gebieden van woordenschat, spreken/luisteren, schrijven en taalbeschouwing eigen hebben gemaakt. Gemiddeld wordt er dus iedere vier weken getoetst op al deze taaldomeinen. De leerkracht houdt de scores bij door middel van registratiebladen waarop de scores kunnen worden ingevuld. Tevens zijn op deze bladen de adviesnorm bij de verschillende toetsopdrachten te vinden. Op basis van de score wordt ook advies over de gewenste vervolgactiviteiten gegeven. Aan de hand van deze registratiebladen kan dus direct bekeken worden of een leerling een herhalingstaak uit moet voeren en zo ja, welke herhalingstaak dan van toepassing is. Wanneer een leerling volgens de adviesnorm voldoende scoort en geen herhalingstaak hoeft te maken, zijn er speciale plustaken ontwikkeld om de leerling op een andere manier meer uitdaging te geven.

Landelijke toetsen:
CITO Woordenschat: In januari wordt er getoetst of de kinderen het woordenschatniveau van M4 (midden groep 4) behaald hebben. In juni wordt er nogmaals getoetst of kinderen het niveau van E4 (eind groep 4) behaald hebben. De scores van alle kinderen worden tijdens hun gehele schoolcarrière vastgelegd in het digitale leerlingvolgsysteem. Dit leerlingvolgsysteem houdt precies bij hoe de kinderen alle toetsen gescoord hebben en hoe ze scoren ten opzichte van de vorige toetsen en andere leerlingen. Ook kan er in bijgehouden worden welke hulp een kind gehad heeft, welke gesprekken er hebben plaatsgevonden of wat voor bijzonderheden er meespelen.

Toetsnormering CITO Woordenschat M4 2010 (50 opgaven):
Aantal goed
Niveau
Percentage ondergrens
50-45
A
90%
44-41
B
82%
40-36
C
72%
< 36
D en E


Toetsnormering CITO Woordenschat E4 2010 (50 opgaven):
Aantal goed
Niveau
Percentage ondergrens
50-46
A
92%
45-42
B
84%
41-37
C
74%
< 37
D en E



Geen opmerkingen:

Een reactie posten